Het nieuwe schooljaar is begonnen. Het was op het nieuws, je zag het aan de fietsers onderweg en nu begin ik ze ook weer te horen terwijl ze onderweg naar huis zijn. Veel van mijn collega’s waren vanochtend ook aan het zagen dat ze er veel langer over hadden gedaan dan de voorbije twee maanden om op het werk te geraken. Ik snap dat eigenlijk niet: volgens het nieuws op de radio is er maar een heel klein percentage dat met de wagen naar school gaat (die moeten op z’n minst al 17 of 18 zijn, hogere studies zijn nog niet opgestart dus die kunnen het niet zijn).
In ieder geval, laat iedereen maar zagen: ik heb er allemaal geen last van. Ik neem de trein. En ik weet het, de trein heeft ook nadelen. Wisselende platformen last minute zodat je moet lopen naar waar je trein effectief gaat vertrekken, vertragingen, stakingen, dat is inderdaad allemaal waar. Maar nog altijd liever chillen in het station en op de trein, dan zitten freaken in de wagen en ogen in elke hoek moeten hebben om te anticiperen op stommiteiten van naar het werk racende mensen. En op mijn werk weten mensen ook dat ik met de trein kom, en dat ik er soms wat later ben of al wel eens van thuis uit moet werken. Niemand stoort zich daar nog aan. In het begin vond ik dat wel lastiger.
Ik zou het iedereen aanraden. Ik kom aan op het station en koop me een koffietje, of een koffiekoekje, en nestel me in een hoekje met een tijdschrift, de krant, of mijn iPad. Zo moet je werkdag beginnen!